basenliekecanada.reismee.nl

Seakayaking on the Johnstone Strait

Na een korte nacht, gingen we vandaag vroeg op om op tijd in Telegraph Cove te zijn. Daar hadden we een tour geboekt om te gaan zeekajakken. In de hoop wat wild te spotten op zee. Lekker op tijd kwamen we aan. Onze gids gaf ons de benodigde uitrusting; een regenjack, een spatzeiltje en peddels. We kregen op het land nog wat instructies over hoe we moesten peddelen. En daarna gingen we naar de boothelling. Hier werd ons uitgelegd hoe we het spatscherm moesten gebruiken. Je moest hierin stappen en het aandoen als een soort rok. Nadat je in de kajak was gestapt, spande je deze over de opening van de kano, zodat in ieder geval je benen droog bleven en er niet te veel water in de kajak kwam. Dit was geen overbodige luxe, want toen we vertrokken regende het.

In de tweepersoonskajak gingen we het water in en de zee op bij Johnstone Strait. Het was erg mistig en regenachtig wat de omgeving een mysterieuze uitstraling gaf. We konden even rustig wennen aan het kajakken dichtbij de kust. Na een tijdje gingen we een klein stukje verder de zee op, want de gids had over de radio te horen gekregen dat er wellicht iets te zien zou zijn. En inderdaad, orka’s! Op een afstandje konden we deze fantastische beesten voorbijzien komen. We zagen vooral de rugvinnen en af een toe een klein stukje van de koppen en ruggen bovenwater komen. Supergaaf!

Daarna gingen we richting een strandje om even te lunchen. Inmiddels was het zonnetje gaan schijnen en konden we even ontspannen op het strand. Terwijl we daar zaten kwamen er nog wat bruinvissen voorbij en ook de orka’s kwamen nog een keer langs zwemmen.

Met de lunch achter de kiezen gingen we weer terug naar de haven. Dit was een behoorlijk stuk zwaarder dan de heenweg, aangezien we ditmaal tegen de stroming en tegen de wind in moesten. Er stond ook behoorlijk wat wind, dus het was echt bikkelen. De op het oog lage golven, bleken moeilijk te bedwingen met ons kajakje. Ook nu kwamen de spatschermen goed van pas, maar dit keer tegen de golven. Er leek dan ook geen eind aan te komen, we dachten iedere keer dat we er al bijna waren, maar dan bleken we nog een paar baaien verder te moeten zijn. Uitgeput en met verzuurde spieren kwamen we wee aan in Telegraph Cove. Dat zullen we wel voelen morgen!

Kwa'lilas

Piep piep piep piep… piep piep piep piep, de wekker ging. Buiten was het nog pikkedonker want het was pas 4.00 uur ’s nachts/’s ochtends. Leuk zo’n boot die om half 8 vertrekt en waar je twee uur van tevoren moet inchecken. De ferry die we gaan nemen gaat door de Inside Passage, een tocht van 16 uur door fjordengebied. Het hele stadje is ingericht op deze boottocht. We konden dus wel al om 5 uur ontbijten, zodat we niet met een lege maag hoefden te vertrekken.

Keurig op tijd waren we bij de terminal. Daar aangekomen was het nog een uur wachten voordat we de boot op konden rijden. Daarna hebben we ons geĂŻnstalleerd in een van de lounges op de boot. Alle voorste rijen bij het raam waren al vakkundig ingepikt door het uitrollen van de persoonlijke bezittingen. Er zat verder nog niemand. Al snel kwam er toch nog een plekje vrij, waardoor we vrij zicht hadden. De hele tocht door was er een schitterend uitzicht op de verschillende eilanden waar we voorbij kwamen. En af en toe een walvis.

Bij de eerste walvis die we tegenkwamen riep de kapitein dit om. Lieke was op dat moment precies een rondje aan het lopen en was aan de verkeerde kant van de boot. Snel een sprintje trekken naar stuurboord. Na het slalommen om wat trage mensen, was ze nog op tijd om de walvis te kunnen zien. Hij sprong zelfs nog even uit het water. Helaas zo snel dat we dit niet hebben kunnen vastleggen. Onderweg hebben we nog meer walvissen voorbij zien komen, maar dan op wat verdere afstanden. Het speuren hiernaar vormde een leuk tijdverdrijf tijdens de boottocht. Soms wel een dilemma… met een halve hamburger in je mond, rent het zo lastig naar het dichtstbijzijnde raam!

Rond 23.30 uur konden we in Port Hardy van de boot af rijden. We waren aardig gesloopt, want ondanks de nodige hazenslaapjes op de boot, was het een vermoeiende reis. Zeker in combinatie met het vroege opstaan. Snel naar het hotel om in te checken en lekker te gaan slapen! Tot nu toe hebben we alle hotels altijd makkelijk kunnen vinden. Dit keer was het wat moeilijker. Ondanks het kaartje konden we het niet vinden. Gezien het late tijdstip wilden we niet al te lang dwalen en hebben we toch maar even de TomTom aangezet.

We bleken er al een paar keer langsgereden te zijn. We hadden het echter niet als hotel herkend, omdat het zeer slecht verlicht was en bovendien omringd was met bouwketen, bouwhekken en ander bouwpuin. We zijn toch maar het bouwterrein opgereden om te kijken of we aan de andere kant van het gebouw moesten zijn. Hier troffen we nog een andere beduusde hotelgast aan. Het hotel werd verbouwd, maar was overduidelijk nog niet gereed. Daar zit je echt op te wachten om 12 uur ’s nachts…

Er waren nog 2 Duitse stellen die vanavond hadden gedacht bij hotel Kwa’lilas in te checken. Allemaal hebben we geprobeerd onze reisbureaus te pakken te krijgen. Wij waren hier echter snel mee klaar, want we kwamen erachter dat onze beide telefoons niet werken in Canada. Lekker die werelddekking!

Uiteindelijk zijn we maar doorgereden naar een ander hotel in de buurt om te vragen of we daar konden bellen. Een kamer hadden ze in ieder geval niet voor ons, aangezien het “no vacancy”-bordje ons al pijnlijk tegemoet scheen. Gelukkig wist de vrouw achter de receptie ons wel meer te vertellen. Blijkbaar waren we niet de eerste die midden in de nacht beduusd bij haar aan kwamen kloppen. Inderdaad was de verbouwing van het Kwa’lilas hotel lichtelijk uitgelopen en hadden ze de gasten in andere hotels geplaatst. Toch wel handig als je daar als gast ook van op de hoogte wordt gebracht… Er werd in ieder geval voor ons uitgezocht waar we dan wel moesten zijn. Dit was een paar honderd meter verderop.

Snel naar het hotel! Daar aangekomen bleken ook de Duitse stellen inmiddels hiernaar doorverwezen te zijn. De man achter de receptie werd enigszins overdonderd door deze invasie om half 1 ’s nachts. We waren gelukkig precies op tijd, want hij stond op het punt om 1 van de kamers aan twee dronken droppies weg te geven, omdat wij een “no show” zouden zijn. Na nog wat warrig geschuif en gegoochel met kamers, konden we om 1 uur eindelijk op onze kamer. We hadden nog even gegoogled of we nou hadden kunnen weten of het hotel nog niet klaar was. Op de website konden we hier niks over ontdekken. Wel vonden we daar de betekenis van de naam van het hotel. Kwa’lilas betekent ironisch genoeg… “a place to sleep”!

Springende vissen

We hadden vandaag wederom een lange afstand af te leggen. Na een kilometer of 50 rijden, zagen we een uitkijkpunt waar verschillende mensen zeer ingespannen in de rivier aan het turen waren. Daar moest wat te zien zijn. Snel de auto geparkeerd en naar de rivier gelopen. Er bleek een waterval te zijn, waarin we al snel een aantal vissen omhoog zagen springen. Ze probeerden stroomopwaarts voorbij de waterval te komen.

Zalm staat erom bekend dat ze op deze manier terug keren naar hun geboorteplaats om zich voort te planten. Zalmen worden geboren in het zoete water van rivieren en trekken vervolgens naar de oceaan. Sommige zalmen hebben de pech om enkele honderden kilometers landinwaarts geboren te worden, zodat ze dit hele eind met diverse obstakels (stroomversnellingen, watervallen, vissers, beren, etc.) terug moeten zwemmen om kuit te schieten. De plek waar wij ze zagen was zo’n 300 kilometer landinwaarts, maar later in het seizoen komen ze nog een heel stuk verder landinwaarts voor.

In deze waterval bleek het naast zalm ook om steelheadforel te gaan. Er was een onderzoeksproject bezig, om te bepalen hoeveel vissen hier passeren. Om dit te bepalen worden er stroomafwaarts vissen gevangen en gemerkt met een tag. Daarna worden ze weer teruggezet in de rivier. Verder stroomopwaarts (waar wij stonden te kijken) worden er weer vissen gevangen. Uit de verhouding gemerkte en ongemerkte vissen bij deze tweede vangst kan de populatiegrootte in dat gebied bepaald worden. Daarnaast was er naast de waterval een soort vissluis gemaakt zodat de vissen de waterval ook konden omzeilen. Verrassend genoeg kozen nog best veel vissen voor de moeilijkste weg.

Bij deze waterval moesten de vissen een hoogte van twee meter zien te overbruggen. Veel vissen kwamen ruim anderhalve meter het water uit, maar kwamen dus nog steeds een halve meter te kort. Het leverde voor ons wel spectaculaire plaatjes op, maar of de vissen nou succesvol waren konden we niet goed inschatten.

Vergeleken met dit schouwspel, was de afstand die wij vandaag in alle luxe met de auto moesten afleggen natuurlijk een peulenschil. We hebben onderweg toch nog even gepauzeerd om een stukje cultuur van de indianen te bekijken. Er was een dorpje met traditionele longhouses en totempalen te bezichtigen. Opvallend was de grote hoeveelheid totempalen die nog niet af leken te zijn. Het bovenste deel hiervan bestond nog uit een onbewerkte boomstam.

We kwamen eind van middag aan in Prince Rupert, een havenstadje van waaruit we morgen de boot zullen pakken. Een ideale gelegenheid dus om een vers visje te eten!

Twin Falls

De komende dagen staan in het teken van kilometers maken. Vandaag ruim 370 kilometer. De hoge bergen van de Rocky Mountains hebben we inmiddels achter ons gelaten en het landschap wordt nu wat glooiender. Na 5,5 uur rijden kwamen we aan in Smithers. Na het inchecken zijn we gelijk naar het visitor center gegaan, omdat we nog wel iets van een activiteit wilden doen vandaag.

Op aanraden van het visitor center zijn we naar de Twin Falls gewandeld. Na een korte, maar stevige klim hadden we uitzicht op een spectaculaire waterval. Inderdaad, Ă©Ă©n waterval. De naam deed toch echt vermoeden dat het er twee moesten zijn. We zagen wel waar de andere waterval zou moeten zijn, maar dit was maar een heel klein stroompje in vergelijking met zijn grote broer.

Door andere toeristen werden we gewezen op een berggeit hoog op de rotswand. Onvoorstelbaar dat dit beestje zich op zo’n steile rotswand zich zo makkelijk voort kan bewegen en zich zo op z’n gemak leek te voelen.

’s Avonds zijn we nog een keertje naar de bioscoop gegaan. Dit keer naar Ice Age Collision Course. Weer een leuk, plaatselijk bioscoopje. Tot onze verbazing wel met gigantische zalen. We zaten in een hele lange, smalle zaal, met bijna 25 rijen achter elkaar, maar met maar een beperkt aantal stoelen per rij.

Goudkoorts

Het gebied waar we vandaag doorheen reden staat bekend om de goudkoorts die hier in de tweede helft van de 19e eeuw heerste. Na de vondst van goud in Williams Creek, trokken duizenden mannen van over de hele wereld deze kant op om hun geluk te beproeven. Één daarvan was William Barker. Deze zakenman was dusdanig succesvol dat een van de goudzoekerplaatsjes uiteindelijk naar hem vernoemd is; Barkerville.

Van dit stadje zijn vele gebouwen uit de oorspronkelijk tijd overeind gebleven. Hiervan is nu een openluchtmuseum gemaakt, compleet met gekostumeerd personeel, waardoor je je terug in de tijd waant. Erg leuk om hier rond te lopen door een lange straat met oude huisjes, winkeltjes, schooltjes, kerken en zelfs een klein chinatown. Zeker als er aan het eind van de straat opeens een beer oversteekt. Deze hoorde overigens niet bij het gekostumeerde personeel…

Rodeo

Vandaag hebben wij ons ondergedompeld in de plaatselijke cultuur. We begonnen met een bezoekje aan de farmersmarket in Clearwater. Groots, met velen borden, aangekondigd, maar het was een heel klein marktje. Bijna meer borden ernaartoe dan kraampjes.

Daarna gingen we door naar plaatselijke Rodeo in Interlakes. We hadden thuis al wat research gedaan, dus we wisten dat dit evenement vandaag zou plaatsvinden. Zonder de research waren we er misschien ook zo voorbijgereden, want hier stonden bijna geen bordjes naartoe. Hierdoor waren er ook vooral locals en slechts een paar toeristen, wat een hele leuke sfeer gaf. We waren wat aan de vroege kant, zodat we ons rustig konden installeren op de tribune.

De rodeo begon met de opkomst van een aantal cowboys en cowgirls met de sponsorvlaggen en de Amerikaanse en Canadese vlag. Zowel het Amerikaanse en Canadese volkslied werden afgespeeld, waarbij de laatste luidkeels werd meegezongen door het publiek. Daarna volgde er een gebed voor de veiligheid van de rijders en de dieren. Na deze serieuze toon, kon het spektakel beginnen.

De eerste onderdelen waren het bareback riding en saddle bronc, waarbij de cowboys gedurende 8 seconden op een bokkend paard moesten blijven zitten, respectievelijk zonder en met zadel. Hierbij mocht er maar 1 hand gebruikt worden. De andere hand moest in de lucht blijven en zodra deze hand het paard, of de berijder raakte werd de rijder gediskwalificeerd. Als het lukte om de 8 seconden vol te maken werd de rit beoordeeld door een jury. Hierbij kreeg men punten voor de rijtechniek en controle over het paard, maar ook voor het gedrag van het paard. Hoe wilder het paard, hoe meer punten. Ingewikkelde regels voor nieuwkomers als ons, daarom was het fijn dat een local die naast ons zat dit allemaal aan ons uitlegde.

Bij het volgende onderdeel, de tie-down roping, moesten de cowboys een kalf zien te vangen met een lasso, waarbij minimaal 3 benen van het kalf bij elkaar gebonden moesten worden. Zodra het kalf werd vrijgelaten in de arena, begon de tijd te lopen. Als het kalf de overkant van de arena haalde, dan kon het de arena uit en was het spel afgelopen. Het vangen van het kalf bleek nogal lastig te zijn, aangezien niemand dit voor elkaar kreeg voordat het kalf weg was. Een variant hierop was het breakaway roping. Daarbij moest binnen 30 seconden de lasso om de nek van een kalf heen geworpen worden en kon de lasso daarna losgelaten worden. Hierbij werd meer succes geboekt. Ook bij het team-roping slaagden meer kandidaten. Één van de 2 rijders moest de lasso om de horens werpen en vervolgens moest de ander zijn lasso om de twee achterpoten zien te krijgen. Pas als dit gelukt was stopte de tijd. Als er maar één achterpoot was gevangen , kregen ze vijf seconden straftijd.

Een onderdeel waarbij alleen vrouwen aan bod kwamen, was barrel racing. Hierbij moesten de cowgirls met hun paard zo snel mogelijk rond een drietal olievaten rijden in het patroon van een klaverblad. Ook voor de kleinere kinderen was dit een onderdeel. Een meisje van een jaar of 12 reed zelfs alle volwassen vrouwen eruit en zette de snelste tijd van de dag neer. Ook in de pauze was er vermaak voor de kinderen georganiseerd; the calf scramble. De kinderen mochten de arena in, waarin vervolgens een jong kalfje werd losgelaten. Op het kalfje waren vijf linten geplakt, die de kinderen moesten proberen te pakken. Degenen die dit voor elkaar kregen wonnen een prijsje. Voor de hele kleintjes, onder de 6 jaar, werd het kalf vervangen door een clown met linten.

Het hoogtepunt van de dag was voor iedereen het onderdeel Bull riding. We hadden hier al een klein voorproefje op gekregen omdat de junioren dit al op jonge stieren hadden uitgevoerd. Één jongen moest door een vervelende val afgevoerd worden door de ambulance. Voor het volwassen bull-riding moesten stieren met namen als Frostbite, Cujo, Ground Zero, Charlie Hustle, Jagged Egde, Full Throttle en Mach Three, bedwongen worden. Stuk voor stuk 1000 kilo opgefokte spiermassa. Net als bij de paarden, was het hier de truc om 8 seconden te blijven zitten en je met maar één hand vast te houden. Alleen de stieren waren een heel stuk agressiever. Één stier presteerde het zelfs om, met rijder en al, half over het twee meter hoge hek te klimmen. Dit was een zenuwslopend onderdeel, zowel voor berijder als toeschouwer. Zodra de berijder er afgevallen was, hadden de rodeo-clowns de taak om de stieren af te leiden. Hierbij volgden de nodige spannende momenten.

Tijdens de rodeo bokken de paarden en stieren natuurlijk niet voor niks, ze worden hiertoe geforceerd. Ook het vangen en opjagen van de kalfjes kan soms zielig overkomen. Het is hier echter echt onderdeel van de cultuur en het dagelijks leven op de boerderijen. Het viel ons op dat de dieren waar mogelijk met zoveel mogelijk respect behandeld worden. Als de lasso bijvoorbeeld op een ongelukkige plek om de hals van een kalf terecht kwam, dan werd deze niet aangetrokken maar juist losgelaten, omdat ze de dieren niet onnodig pijn wilden doen. Al met al, was het voor ons een spannende, spectaculaire en vreemde ervaring om zo’n rodeo mee te maken.

Een nat pak halen

Het Wells Gray Provincial Park heeft niet alleen mooie bloemetjes en heel veel muggen, maar ook een aantal spectaculaire watervallen. We begonnen vandaag met een wandeling naar de Moul falls. Na drie kwartier lopen kwamen we aan bij de watervallen. We moesten toen nog een flinke afdaling maken naar de voet van de waterval. Het leuke aan deze waterval is dat je er ook achterlangs kan lopen, als je tenminste niet bang bent om een nat pak te halen. Het water komt met zo’n kracht naar beneden dat er een fijne nevel ontstaat. Wanneer je recht achter waterval zit, lijkt deze nevel meer op een douche.

Bas ging als eerste om de boel te verkennen en zodat Lieke dit vast kon leggen op foto en film. Bas vergat alleen te poseren voor de foto aan de andere kant van de waterval en kwam al snel weer terug. Nog maar een keertje heen en weer dan voor de foto. Omdat Lieke toch eigenlijk ook wel naar de overkant wilde, maar dan wel samen, kon Bas voor de derde keer onder de waterval door. We raakten flink doorweekt, maar dit was eigenlijk wel lekker, omdat het ruim 30 graden was. Na een beetje te zijn opgedroogd in de zon, zijn we aan de klim terug naar boven begonnen. Tegen de tijd dat we weer bij de auto aankwamen, waren we eigenlijk al weer zo goed als droog.

Daarna reden we door naar een aantal andere bekende watervallen in dit park. Als eerste de Helmcken falls van 141 meter hoog. Echt een plaatje, hij staat dan ook op de voorkant van vele reisgidsen en foldertjes over het Westen van Canada. De volgende stop was bij de Dawson falls, deze halfronde waterval wordt wel vergeleken met een miniatuurversie van de Niagara falls. De echte zullen we deze vakantie dan wel niet zien, maar we hebben nu ieder geval het kleine broertje ervan gezien. Als laatste zijn we doorgereden naar de Spahats falls, wederom prachtig. Hier werden we weer nat, alleen dit maal door de regen.

Beren langs de rivier en langs de weg

Na een bezoekje bij de plaatselijke supermarkt om ontbijt en lunch in te slaan, zijn we maar weer eens bij het lokale Visitor Center langsgegaan om leuke ideeën op te doen. Hier werden we gewezen op een Rivier Safari vanuit Blue River. Dit klonk goed! Twee uur later stapten we op de boot en vaarden we Mud Creek en het Mud Lake op. De Nieuw-Zeelandse gids hield eerst een kort praatje en daarna maakte we al snel een tussenstop bij een nest van een Bald Eagle.

Daarna kon de zoektocht naar de beren beginnen, want daar draait het eigenlijk om bij deze excursie. De reden dat hier zoveel beren zijn is dat er veel bessenplanten groeien. Daardoor is er altijd een overvloed aan voedsel voor de beren. Onze gids wist goed op welke plekken hij moest zoeken. Al snel zagen we dan ook ons eerste beertje. Een kleintje van ongeveer 1,5 jaar oud, dat langs de waterkant rondscharrelde, schijnbaar op zoek naar wat te eten. We hebben ongeveer 20 minuten rondgedobberd bij dit beertje, totdat deze in de bosjes verdween. Daarna gingen we op zoek naar een groter exemplaar. Ook deze was al snel gevonden, een volwassen zwarte beer van ongeveer 10,5 jaar oud.

Dat klinkt erg specifiek, steeds dat “en een half jaar” achter de leeftijd van de beren, maar hier is een goede reden voor. Alle beren in dit gebied worden namelijk in januari geboren. Het is nu juli, dus alle beren zijn per definitie “en een half jaar” oud. De voortplantingscyclus van de beren is nogal bijzonder. De paartijd is in juni en juli. In deze periode paren de vrouwtjesberen met meerdere mannetjes. Ze kan daarbij bevrucht worden door meerde partners. Ze raakt echter niet direct zwanger, maar slaat de bevruchte eitjes tijdelijk op in de eileider. Daarna volgt een periode waarin het vrouwtje zoveel mogelijk eet voor haar winterslaap. Alleen als het vrouwtje voldoende vetreserves heeft en gezond is, dan zal er een zwangerschap optreden. Zo niet, dan kan ze de bevruchte eitjes gewoon in haar lichaam bewaren voor het volgende seizoen. Als ze zwanger wordt, dan gebeurt dat in november, 6-10 weken later worden de kleintjes al geboren. Dit allemaal terwijl de moeder nog in winterslaap is. De kleintjes zogen bij haar en zij ziet ze pas wanneer ze ontwaakt in april of mei.

Helemaal tevreden verlieten we het terrein van de Rivier Safari. Eenmaal weer op de hoofdweg zagen we na nog geen 50 meter een zwarte beer in de berm. Snel de auto in z’n achteruit om even een kijkje te nemen. Het geluid van de motor deed de beer niet zoveel, maar toen het raampje open ging, ging hij er toch snel vandoor. Daar kwam geen berenbel aan te pas.

De berenbel kwam wel weer tevoorschijn toen we gingen wandelen in het Wells Grey Provincial Park. Via een slingerende gravelweg gingen we de Trophy Mountain op. Vanaf de parkeerplek begon een wandeling naar de bergweiden die nu in bloei staan. Dat was nog een aardige klim, de wandelstok kwam wederom goed van pas! Eenmaal bij de weides aangekomen, werden we echter belaagd door muggen, vliegen en andere ondefinieerbare en akelig grote insecten. De “deet” die we hadden opgespoten leken ze te interpreteren als “eet”. Misschien een taalbarrière?! In ieder geval heel irritant. Wel een prachtig gezicht al die bloemetjes!

Na deze stevige wandeling hadden we een lekkere maaltijd verdiend. Hiervoor gingen we naar “Hop & Hog”, een smokehouse. Het zag er gezellig uit en ook het eten was heerlijk, maar de bediening liep een beetje in het honderd. Het begon met onze cola’s, die volledig zonder prik werden geserveerd. We begonnen aan onszelf te twijfelen, maar toen we ons heen keken, waren er diverse mensen die er ook last van schenen te hebben. Er werd druk door de rietjes in de cola geblazen, om enige bubbels te veroorzaken. Blijkbaar was het “make your own bubbles day”. Uiteindelijk hebben we hier toch maar wat van gezegd. Volgens de serveerster hadden ze een nieuwe barman, die de zaakjes nog niet helemaal onder controle had. We kregen nieuwe cola, waarin met enige fantasie iets meer prik te ontdekken viel. We zagen de bediening de ene na de andere blunder maken, maar met de beste bedoelingen. We hebben wel gewoon fooi gegeven, omdat we ondanks de prikloze cola, heerlijk hebben gegeten en bovendien hard hebben gelachen om het schouwspel van de stuntelende bediening om ons heen.